Als enige school in Vlaanderen mag Don Bosco Hoboken enkele leerlingen en leerkrachten afvaardigen om van 6 tot 8 april deel te nemen aan de herdenkingsplechtigheden voor de tien Belgische para’s die in 1994 in het Rwandese Kigali werden vermoord. “We hebben geen seconde getwijfeld”, klinkt het.
Op 6 april 1994 wordt het vliegtuig van de Rwandese president Habyarimana uit de lucht geschoten. Alle twaalf inzittenden komen om. De volgende dag worden tien Belgische para’s vermoord. Rwanda staat in brand. De burgeroorlog tussen Hutu’s en Tutsi’s mondt uit in een afschuwelijke genocide. In nauwelijks honderd dagen tijd komen ruim achthonderdduizend mensen om het leven.

Enkele leerlingen en leerkrachten die naar Kigali vertrekken, van links naar rechts: Omar Bouali, Steffan Dikeç, Tarik Ouali, Joram Van den Bulck, Viktor Struye, Ho Yeung en Ragna Van Acker. Foto: Patrick Van Dyck

“Twintig jaar geleden startte ik als leerkracht in onze school”, vertelt Gwenny Vermote, lerares geschiedenis en een van de twee leerkrachten die mee naar Kigali vliegen. “Ieder jaar gebruik ik de Rwandese nachtmerrie als voorbeeld van extreem nationalisme. Het moeten niet altijd de bekende voorbeelden van Europa zijn, zoals het nazisme van Hitler of de genocide in ex-Joegoslavië.” De trip naar Kigali kan voor Vermote niet snel genViktor Struyeoeg beginnen. “Ik ben enorm benieuwd hoe de huidige inwoners van Rwanda er na 25 jaar in geslaagd zijn om zonder haat met elkaar verder te leven.” Een van de meest opvallende leerlingen die op 6 april op de militaire Airbus zullen stappen, is Kenny Mashara. “Ik ben in Kigali geboren”, vertelt de 20-jarige student houtbewerking. “Op mijn veertiende vertrok ik met mijn vader naar België. Mijn moeder bleef in Rwanda.” De vader van Kenny vocht mee in de burgeroorlog. “We hebben heel veel familie, vrienden en kennissen verloren.” Volgens hem kan een burgeroorlog overal uitbreken. “Zodra mensen zich beter gaan voelen dan anderen, ontstaat er een kans op conflict. Het is belangrijk dat mensen lessen trekken uit de geschiedenis.”

‘Hotel Rwanda’

De delegatie verblijft in het voormalige Sabena-hotel ‘Hôtel des Mille Collines’, hetzelfde hotel waar de film Hotel Rwanda zich grotendeels afspeelt. De film vertelt het verhaal van hotelmanager Paul Rusesabagina, die meer dan duizend vluchtelingen redt tijdens de burgeroorlog. “Die man was een vriend van mijn vader”, vertelt Kenny, die van plan is ooit definitief terug te keren naar zijn geboorteland. Ook Ragna Van Acker, leerkracht wiskunde, kijkt met spanning uit naar het uur van vertrek. “De zus van mijn vader is jarenlang missionaris geweest in Rwanda. In 1994 moest ze, zoals de meeste Belgen, halsoverkop terugkeren. Waarschijnlijk heeft ze vreselijke dingen gezien. Door de genocide en de verhalen van mijn tante wordt dit zeker een emotionele reis.” Ook de andere leerlingen hebben zo hun redenen om mee te vliegen naar Kigali. “Ik wil de wereld zien”, vertelt Omar Bouali (17). Zijn neef Tarik Ouali (18) houdt ervan om uit zijn comfortzone te treden. “Dan is dit een unieke kans.” Viktor Struye (18) speelt met het idee later zelf para te worden. “Als premier Michel op ons vliegtuig zit, ga ik hem zeker aanspreken.” Ook de meeste ouders zijn enthousiast over het vertrek van hun zonen. “Al waren onze mama’s er aanvankelijk niet gerust in”, bekennen Steffan Dikeç (20) en Ho Hin Yeung (19). “Gelukkig konden we hen overtuigen.” Ook familieleden van de gesneuvelde Belgische para’s en militairen van het Tweede Commando, waartoe de tien overleden soldaten behoorden, reizen mee. “Dit wordt een reis om nooit te vergeten”, klinkt het. Ook Kenny Mashara stapt mee op het vliegtuig richting Kigali. “Mijn vader vocht mee in de burgeroorlog en verloor veel familie.” Tekst: Patrick Van Dyck voor Gazet van Antwerpen, 2/4/2019
Categories: Nieuws

0 Comments

Geef een reactie

Avatar placeholder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *